Ik heb diabetes, wat moet ik dan weten over inentingen?

Datum
Delen

Of je nu wel of geen diabetes type 1 hebt, vaccinaties gaan ons allemaal aan. Het hoort bij de preventie van besmettelijke ziektes zodat de verspreiding ervan voorkomen kan worden. De vaccinatiegraad is het aantal gevaccineerde personen binnen een bevolking op een gegeven moment (gestelde doelen: ten minste 95% voor alle vaccinaties, 75% voor de griep). Voor personen met diabetes kunnen infecties complicaties met zich meebrengen. ‘Diabetes en inentingen’ is dus een belangrijk onderwerp. Moeten mensen met diabetes mellitus type 1 zich sneller laten vaccineren? Wat is het belang inenten bij diabetestype 1? En op welke manier worden bij diabetes vaccinaties toegediend? 

Bestaat er een risico op infectie als ik diabetes heb?

Uit een medische studie is gebleken dat mensen met diabetes type 1 een hoger risico hebben op een ernstige infectie dan mensen zonder diabetes. Dit geldt vooral voor bot- en gewrichtsontstekingen, bloedvergiftiging, huid- en hartontstekingen (endocarditis) en longontsteking.1

Bovendien loopt iemand met diabetes mellitus type 1 een groter risico op opname in een ziekenhuis in geval van een infectie. Factoren die het risico op een ziekenhuisopname bij infectie vergroten, zijn: 

  • hogere leeftijd,
  • mannelijk geslacht,
  • een recente ziekenhuisopname,
  • obesitas en microvasculaire schade (een van de potentiële complicaties bij diabetes).2

Ook is er waargenomen dat de aanwezigheid van andere ziektes, naast diabetes bijvoorbeeld een cardiovasculaire aandoening, chronische obstructieve longaandoeningen (COPD) of chronisch nierfalen, het risico op infecties verhoogt, met name van longontsteking.3

Verzwakt diabetes het immuunsysteem? 

Diabetes type 1 valt onder de zogenaamde ‘verworven immunodeficiëntie’, dat wil zeggen een verzwakking van het immuunsysteem.4

Is het absoluut noodzakelijk dat mensen met diabetes zich laten inenten tegen de griep?

Als je diabetes hebt, wordt het sterk aangeraden om je middels de griepprik te vaccineren tegen influenza. Het risico op de seizoensgriep lijkt namelijk verhoogd. Het risico op een ziekenhuisopname is dan hoger, vooral vanwege complicaties door de griep (longontsteking bijvoorbeeld). Dit risico is nog hoger als de diabetes ontregeld is.

Ook bij diabetes mellitus type 1 gebeurt inenten tegen de griep door middel van een enkele intramusculaire injectie – de griepvaccinatie of griepprik – aan het begin van elk seizoen. Gevaccineerde personen zijn 2 weken na de inenting beschermd. De griepprik kan worden gegeven door artsen, verpleegkundigen, apothekers of vroedvrouwen. 

De enige contra-indicatie is een allergie voor een bestanddeel in het vaccin.

Hoe zit dat met luchtweginfecties door pneumokokken? Moet ik me vanwege mijn diabetes inenten tegen pneumokokken?

Een infectie door pneumokokken komt vaak voor na een griep. Het griepvirus ‘baant de weg’ voor de pneumokokken.

Het risico op ziekenhuisopname vanwege een ernstige infectie is nog groter voor mensen met diabetes en andere daaraan verbonden ziektes.

Vaccineren tegen pneumokokken gaat met twee prikken: tussen de eerste en de tweede vaccinatie zitten 8 weken. De belangrijkste bijwerkingen zijn de secondaire, plaatselijke effecten op de plek van de inenting.

Bij diabetes wordt vaccineren tegen pneumokokken aanbevolen.

Diabetes en inenting tegen gordelroos?

Het risico op gordelroos neemt toe naarmate men langer diabetes heeft. Inenten tegen gordelroos kan de verschijning ervan en de bijbehorende pijn verminderen. Als je 65 jaar en ouder bent en diabetes hebt wordt inenten aangeraden. Het gaat dan om is een eenmalige subcutane of intramusculaire inenting. 

Hoe zit dat met tetanus, hepatitis B en hun vaccins?

Bij open wonden is er risico op tetanus. 

Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij chronische wonden door diabetes. 

Of je diabetes hebt of niet, je vaccineren tegen tetanus geldt als advies voor iedereen.

Dat geldt ook voor hepatitis B (VHB). Aanbevelingen voor vaccinaties zijn hetzelfde voor de hele bevolking, diabetespatiënt of niet. 

De belangrijkste bijwerkingen zijn lichte secondaire, plaatselijke effecten op de plek van de inenting.

Kinderen en jongeren met diabetes en inentingen

Kinderen en jongeren met diabetes dat in evenwicht is, worden niet sneller ziek en krijgen niet eerder infecties dan mensen zonder diabetes.5

Toch is het beter zich te laten vaccineren tegen de seizoensgriep vanaf de leeftijd van 6 maanden om te voorkomen dat de diabetes uit balans raakt in geval van een infectie. 

Voor de overige vaccins kan het normale vaccinatieschema aangehouden worden.

Zijn vaccins gevaarlijk voor de gezondheid?

Er zijn soms bedenkingen en angsten of zelfs misvattingen over vaccinatie. 

Onder de algemene bevolking kan de inenting leiden tot ongewenste bijwerkingen, meestal licht en van korte duur: pijn en roodheid op de plek van de inenting (10 tot 40% van de gevallen) of lichte griepverschijnselen (5 tot 10% van de gevallen).6

Naast mogelijke allergische reacties hebben wetenschappelijke onderzoeken tot op heden geen risico’s voor de gezondheid uitgewezen. 

Wat je moet onthouden over diabetes en vaccinaties

Vaccins bieden persoonlijke en collectieve bescherming aangezien ze ziektes en epidemieën voorkomen.

Het wordt aanbevolen aan mensen met diabetes om: 

  • zich te laten inenten tegen seizoensgriep, 
  • een pneumokokkenvaccin te halen ter voorkoming van luchtweginfecties, 
  • een vaccin tegen gordelroos te halen voor mensen met diabetes, ouder dan 65 jaar. 

Bronnen

Register van de Franstalige vereniging voor diabetes (SFD): vaccinatie voor diabetici.

  1. Carey IM, Critchley JA, DeWilde S, et al. Risk of infection in type 1 and type 2 diabetes compared with the general population: a matched cohort study. Diabetes Care 2018;41:513–21.
  2. Hamilton EJ, Martin N, Makepeace A, et al. Incidence and predictors of hospitalization for bacterial infection in community-based patients with type 2 diabetes: the Fremantle diabetes study. PLoS One 2013;8:e60502.
  3. Shea K, Edelsberg J, Weycker D, et al. Rates of pneumococcal disease in adults with chronic medical conditions. Open Forum Infect Dis 2014;1:ofu024. 
  4. Weintrob AC, Sexton DJ. Susceptibilty to infections in persons with diabetes mellitus.UpToDate®; 2019, https://www.uptodate.com/contents/susceptibility-to-infectionsin-persons-with-diabetes-mellitus
  5. Laffel LM, Limbert C, Phelan H, et al. ISPAD Clinical Practice Consensus Guidelines 2018: sick day management in children and adolescents with diabetes. Pediatr Diabetes 2018;19(Suppl. 27):193–204.
  6. Vaccines against influenza WHO position paper – November 2012. Wkly Epidemiol Rec 2012;87:461–76. 

Onze aanbevelingen